A Hitchhiker's Guide to Marlborough - Reisverslag uit Nelson, Nieuw Zeeland van Jesper Graaf - WaarBenJij.nu A Hitchhiker's Guide to Marlborough - Reisverslag uit Nelson, Nieuw Zeeland van Jesper Graaf - WaarBenJij.nu

A Hitchhiker's Guide to Marlborough

Door: FlePser

Blijf op de hoogte en volg Jesper

29 Februari 2012 | Nieuw Zeeland, Nelson

Succes allemaal:

Picton, een stad (ja een stad!) met zo’n vier duizend inwoners en vooral veel autoverhuur zaken, de ingang naar het Zuid Eiland en de plek waar ik het de aankomende dagen moet rooien zonder mijn creditcard, gelukkig laat de eigenaresse van ‘Tombstone Backpackers’ (want gesitueerd tegenover een begrafenis) mij hier de nachten doorbrengen tot het geld van mijn bankrekening overgemaakt is naar mijn creditcard account. Met nog NZD 30,- in mijn zakken moet ik dus avondeten, lunch en wat te drinken kopen en wat doe ik ik koop een fles Chauvignon Blanc uit de Marlborough region (want daar zit ik ondertussen), een pak ranzig Nieuw-Zeelands brood en peuken. Heerlijk zeg op een budget leven! De dag van aankomst in Picton is het nog volop zonnig, dus ik maak een wandeling naar het centrum en bekijk de jachthaven ook eens van dichtbij, ik heb weinig zin om een hike te gaan doen nu en stel dat uit voor de volgende dag wat uiteindelijk niet zo’n goed idee was omdat het deze zondag de hele dag regent en het blijft regenen. Dus doe ik de hele dag niets en teer ik op mijn brood en wat gratis thee.
Ondertussen is duidelijk dat Guido, een Nederlander die ik even in Taupo gesproken heb en dezelfde reisplannen als mij heeft, de volgende dag ook aankomt in Picton zodat we kunnen gaan bespreken of en hoe we een auto gaan huren en dat soort details. De zondag gaat dus in een traag tempo voorbij en maandag is het tijd voor andere activiteiten. Hoewel het nog steeds bewolkt is en af en toe regent, waardoor ik nog steeds niet ga hiken daar ;). Ik speel wat potten pool en raak aan de praat met een paar anderen als eindelijk Guido eens aan komt zetten. Hij vroeg natuurlijk of Jesper ook in Tombstone verbleef, maar die bestaat op papier helemaal niet, Peter de Graaf aan de andere kant, die bestaat wel op papier, maar dat wist Guido op dat moment nog niet. Dus met ogen die duiden op een staat van blinde paniek komt hij de deur door, ziet mij en komt tot rust. Want dat effect heb ik soms op mensen, rust. Ik breng hem op de hoogte van mijn gebrek aan geld en dat dit hopelijk binnenkort verholpen is (de volgende morgen als het goed is). Ik wissel nog mijn laatste US Dollar in voor wat NZ Dollar en kan dan dezelfde avond toch weer even de kroeg in. We hebben een leuke entourage meegekregen en vinden een Ierse pub met live muziek, Ierse muziek! Dus een geslaagde avond.

The Hitchhiker’s Guide to Marlborough
Voor het verder gaan met dit verhaal, zou ik u allen adviseren om een map van Nieuw-Zeeland erbij te pakken, want hoewel het voornamelijk fictie is, bestaan de plaatsen allemaal toch echt!

We besluiten die morgen om te gaan liften, zo besparen we ons een dag of twee met autohuur, hoeven we niet de bus te nemen en kunnen we wellicht een leuk avontuur meemaken. En als ervaren lifters zorgen we natuurlijk voor een handdoek, want een handdoek, zo zegt 'The Hitchhiker's guide' is ongeveer het absoluut nuttigste ding een lifter kan hebben. Deels omdat het een grote praktische waarde heeft - je kunt het om je heen slaan als je op de koude bergen van Mt. Cook of Mt. Tasman staat; je kunt erop liggen op de 'Hot Water Stranden' van Coromandel Peninsula, de dampen van de onstuimige zee inhalerend; je kunt er onder slapen kijkend naar de sterren die fel geel schijnen; of gebruik het om een klein bootje mee te zeilen in de langzame maar grote Waikato rivier; maak het nat voor een intensief handgevecht; wikkel het om je hoofd om de stank en giftige gassen van Rotorua tegen te gaan of om de blikken van rubberpikkende Kea (een slimme vogel, maar nadat het eenmaal iets slechts heeft gegeten moet en zal het al je rubber van de auto afpikken) te vermijden; je kunt je handdoek rondzwaaien in noodgevallen als een S.O.S. signaal, en natuurlijk, kun je jezelf er mee drogen als je denkt dat het nog schoon genoeg is.

Wat belangrijker is, een handdoek heeft een immense psychologische waarde. Voor onbekende redenen, als een niet-lifter ontdekt dat een lifter zijn handdoek met zich heeft, gaat hij er automatisch van uit dat de lifter ook in het bezit is van een tandenborstel, washandje, zeep, bus met koekjes, fles, kompas, map, bal van touwtjes, DEET, regenkleding, astronautenpak etc., etc. Bovendien is de niet-lifter maar al te graag bereid om de lifter deze, of een dozijn andere, voorwerpen te lenen die de lifter per ongeluk heeft 'verloren'. De niet-lifter gaat er van uit dat elke man die liftend de lengte en breedte van Nieuw-Zeeland, en diens gevecht tegen de bierkaai, kan doorstaan en nog steeds weet waar zijn handdoek is, overduidelijk een man is waar rekening mee gehouden moet worden. Vandaar dat er in er nu ook wat 'slang' is ontstaan in de wereld der lifters zoals; 'Hey, you sass that hoopy Jesper? There's a frood who really knows where his towel is." (Wat vrij vertaald kan worden als; 'Hey, ken jij die goede gozer Jesper? Nou, dat is echt een geweldige kerel die alles nog op een rijtje heeft en weet hoe hij het allemaal doorstaan moet')

De handdoek dus, het laatste wat we inpakken, zodat we het er als eerste uit kunnen halen mochten we voorgenoemde plekken bereiken of in gevaarlijke situaties terecht komen. Wanneer we al wapperend met onze handdoeken uitleggen aan de eigenaresse dat we met haast naar Nelson moeten (om dichter bij het Abel Tasman National Park te verblijven) handelt ze snel en gooit ze onze spullen achterin de minibus, er is natuurlijk geen tijd te verspelen en ze zet ons op de goede weg. Wat wij niet wisten op dat moment, maar zij wel, was dat er vlak daarvoor een schip boven Nelson in de lucht hing. Ongeveer op dezelfde manier zoals stenen dat niet doen. Die de volgende mededeling had;
"Mensen van Marlbourough, jullie aandacht, als het u belieft. Dit is Prostetnic Vogon Jeltz van de Indo-Australische Hyperspace Planning Raad. Zoals jullie allemaal wel zullen weten zijn er plannen gemaakt om de buitenwijken van Pacifische Plaat beter met te verbinden met de Indo-Australische plaat door het aanleggen van een hyperspatial express route die door dit gebied heen gaat. En, hoe spijtig dit ook klinkt, jullie omgeving is staat nu op de planning voor herinrichting. Het proces zal iets minder dan twee van jullie minuten in beslag nemen. Dank jullie wel.'

En er was een afgrijselijke stilte.
En er was een afgrijselijk kabaal.
En er was een afgrijselijke stilte.

Dit ging natuurlijk allemaal in het Kiwi-Engels en Maori en dat was dan ook de reden dat wij het niet helemaal meekregen, maar omdat er meteen wat belletjes gepleegd werden werd het duidelijk dat de plannen al een poosje in Russel openbaar gemaakt was, maar dat niemand er naar gekeken had. Nu hoopte de eigenaresse van het hostel dat wij wellicht voor een mirakel konden zorgen door in het Abel Tasman Park op zoek te gaan naar antwoorden.

We werden dus afgezet op de A6 (Highway 6) richting Nelson en nog voor we onze handdoeken goed en wel ingepakt hadden kregen we onze eerste lift van een Engels-Italiaanse vrouw die al enige tijd in Nieuw-Zeeland woonde. Een van de dingen die we altijd al moeilijk vonden om te begrijpen was dat Kiwis er een gewoonte van maken om continue het overduidelijke te constateren te melden en te herhalen, zoals 'Wat een zonnige dag, eh?' of 'Zo, jullie zijn lang' of 'Och jee, jullie zijn een dertig meter diepe kloof in gereden, zijn jullie in orde?'. Aan het begin hadden we een theorie bedacht om die dit rare gedrag te verklaren; als Kiwis hun lippen onvoldoende oefening geven, dachten we, dan zal hun mond waarschijnlijk in grootte toenemen. Maar na een paar weken hierover nagedacht te hebben en het te observeren lieten we deze theorie varen voor een andere. Als Kiwis hun lippen onvoldoende oefening geven dan beginnen hun hersenen te werken, maar na een poosje lieten we die conclusie ook voor wat het was omdat die nog al obstructief cynisch was. We praten dus maar wat mee met Carolina en worden op een plek afgezet die ons hopelijk weer wat verder zou kunnen brengen naar Nelson.

Het duurt niet lang voordat een andere vrouw onze handdoeken spot en ons een flink eind de goede kant op rijdt, we rijden door de Marlborough wijngaarden en komen op de enige weg die naar Nelson gaat, hier gaat er wat mis; onze handdoeken blijken niet echt te helpen en de niet-lifters zien er allemaal uit alsof hun wereld vergaat en racen langs ons heen. We nemen een kleine chocolade pauze als opeens een Australische-Nieuwzeelander voor ons stopt. Guido, die half lag te slapen, wordt pas echt wakker als we al een poosje in de auto zitten en over koetjes en kalfjes praten. Dit is het gesprek dat kort daarop volgde:
'Als ik je vraag waar we in hemelsnaam zijn,' zegt Guido slaperig, 'zal ik daar spijt van krijgen?'
Ik draai me om. 'We zijn veilig,' zeg ik.
'Oh goed,' zegt Guido.
'We zijn, zoals je ziet, in een kleine cabine,' zeg ik, 'in een van de auto's van de Australische fortuinzoekers die Nieuw-Zeeland pittoresk vinden.'
'Ah,' zegt Guido, 'dit is waarschijnlijk een rare samenloop van omstandigheden waarvan ik me niet bewust ben.'

Maar wat ik ooit gelezen heb in ‘The Hitchhiker’s Guide’ over deze goudzoekers is het volgende:
Dit is wat je moet doen als je een lift aangeboden krijgt van een Australische Fortuinzoeker: Vergeet het, doe het niet. Zij zijn een van de meest onplezierige rassen in Nieuw-Zeeland -- niet zozeer slecht, maar slecht gemanierd, beledigend en onbarmhartig. Ze zouden zelfs geen spier bewegen om hun eigen oma's te redden van doorgeslagen Kea's tenzij ze een contract in drievoud getekend zien. Daarnaast mag je nimmer toestaan dat de Australische Fortuinzoeker poëzie aan je voorleest.

Je begrijpt natuurlijk dat ik het gesprek probeerde te leiden, zodat er geen poëzie werd gelezen of dat deze man boos op ons kon worden. Op een gegeven moment heb ik eigenlijk weinig meer te zeggen en fluister Guido in het oor, 'Weet je, in tijden als deze, wanneer ik soort van gevangen zit in de kleine cabine van een Australische Fortuinzoeker's auto met een Rotterdammer en waarschijnlijk spoedig sterf vanwege afgrijselijke poëzie diep in het Nieuw-Zeelandse landschap, dan wens ik dat ik luisterde naar mijn moeder toen ik nog jong was.'
'Joh, wat vertelde ze je dan,' vraagt Guido.
'Ik heb geen idee, Guido, ik heb niet geluisterd.'
Gelukkig overleven we deze rit zonder blijvende schade, maar zet hij ons af op een plek waar echt niets te doen valt en er geen liften te regelen vallen. Ondanks de aanwezigheid van twee handdoeken. Na twee uur wachten komt er een mevrouw naar buiten en weet ons te melden dat er zo'n kilometer verderop een klein plaatsje is waar het misschien verstandiger is om voor een lift te zorgen en we nemen dit advies dan ook al te graag aan. We lopen het dorpje Havelocke in en zien dat het, zoals de meeste 'steden' van Nieuw-Zeeland nogal klein is, maar ze noemen zich wel de mosselhoofdstad van de wereld. Ik ben benieuwd hoe ze daar over denken in Oud-Zeeland. Het is tijd om dan een pauze te nemen van het liften, want hoe leuk het ook klinkt om te liften in Nieuw-Zeeland, zo nu en dan heb je echt koffie nodig en iets om te eten. En dan niet dat ranzige brood dat ze hier verkopen, maar gewoon iets wat wel naar binnen te werken is. Na de break gaan we weer langs de weg staan, bord in de handen en handdoeken binnen bereik wanneer er eindelijk een wagen stopt met daarin de Australische Samara (een toerist dus veilig) en de Engelse Mary (grumpy Mary vanaf nu Marvin) en ons wel een lift kan geven naar Nelson.

Samara is een gezellige meid die de lippen veel oefening geeft, maar Marvin is niet echt het zonnetje in huis hoor. Terwijl iedereen een beetje doelloos praat over van alles en nog wat komt Marvin er af en toe tussen door met iets willekeurigs, ‘Sorry, heb ik iets verkeerds gezegd? Excuseer me voor mijn gelach, wat ik trouwens nooit doe dus ik weet niet waarom ik de moeite neem om het te zeggen, och jee, ik ben zo chagrijnig. Kijk daar weer zo’n zelfingenomen Kiwi. Leven! Praat me niet over leven.’
Niemand weet natuurlijk hoe hij zich moet gedragen met iemand die zich zo gedraagt, dus negeren we haar maar zo goed als we kunnen, wat niet altijd lukt. We komen steeds dichterbij Nelson en zelfs Marvin kan onze pret niet drukken en wanneer we haar droppen bij het hostel waar ze verblijft, neemt ze afscheid met de volgende woorden: ‘Leven, veracht het of negeer het. Maar je kunt er niet van houden.’ Nou, dooeehooeg!

Wij gaan ondertussen verder met onze zoektocht naar een hostel waarbij we zover mogelijk uit de buurt zijn van Marvin, het liefst zelfs uit het centrum om de kans zo klein mogelijk te maken om haar per ongeluk tegen het lijf te lopen. Maar we hebben een klein probleem, de meeste hostels zijn volgeboekt en de tank is bijna leeg. Gelukkig zijn we ervaren reizigers en vinden we zowel een tankstation als een hostel waar we de komende dagen kunnen verblijven. Samara vond onze aanwezigheid van dusdanige toegevoegde waarde voor haar trip dat ze ook besluit in hetzelfde hostel de nacht door te brengen en met ons de volgende dag al kajakkend en lopend het Abel Tasman National Park te redden van haar ondergang. Maar we moeten natuurlijk nog wat informatie inwinnen om dit allemaal te bewerkstelligen en we vinden een computer met de naam ‘Deep Thought’ en vragen of hij ons misschien kan helpen om deze liftervaring tot een goed eind te brengen met het antwoord op de ultieme vraag van het leven, het universum en alles.
‘Tweeënveertig,’ zegt Deep Thought, met oneindige statigheid en kalmte.
‘Wat? Tweeënveertig? Wat moeten we daar nu weer mee?’ roepen we alle drie in koor.
‘Het antwoord op de Grote Vraag van het Leven, het Universum en Alles.’
Verbaasd kijken we elkaar aan en halen onze schouders op voordat de computer verder gaat met het uitleggen van het antwoord. ‘I heb het nauwkeurig naberekend en het is zo goed als zeker het antwoord. Ik denk dat het probleem is, als ik heel eerlijk ben, dat jullie eigenlijk nooit echt geweten wat de vraag is.’
‘Maar het was De Grote Vraag! De ultieme vraag van het leven, het universum en alles,’ jankt Samara als een wolf.
‘Ja,’ antwoord Deep Though met de aura als iemand die graag domme vragen beantwoord, ‘maar wat is het eigenlijk?’
Een langzame verstomde stilte kroop over het drietal als ze naar de computer en elkander staren.
‘Ehm, nou gewoon het is gewoon Alles … Alles …’ probeert Samara zwakjes.
‘Precies!’ zegt Deep Thought. ‘Dus wanneer je erachter komt wat de vraag eigenlijk is, weet je ook wat het antwoord betekend.’

Stomverbaasd verlaten we de computer en verdringen we de afgelopen conversatie met een paar drankjes en wat eten, niet wetende wat we nu moeten doen. We spelen nog wat spelletjes en nodigen Paul uit om er bij te komen zitten. Wanneer we genoeg hebben van de spelen kijken we nog een laatste keer naar de sterren en hopen we maar dat het Abel Tasman Park er de volgende dag nog gewoon is en de afgelopen rit niets anders is dan een samenloop van gekke omstandigheden.

  • 29 Februari 2012 - 09:52

    Roxan:

    Hey Jesper, weer kostelijk vermaakt met het lezen van je verslag. Zo herkenbaar! Inmiddels al on queenstown? Vergeet daar niet de fergburger te eten! X

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jesper

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 297
Totaal aantal bezoekers 80816

Voorgaande reizen:

01 Februari 2016 - 27 April 2016

Zuidelijk Zuid-Amerika

01 September 2014 - 01 Oktober 2014

Le Tour de France

22 November 2011 - 28 Februari 2013

The Eastern Orientation

18 Maart 2012 - 24 Januari 2013

Where women glow...

02 Februari 2012 - 18 Maart 2012

A Kiwi a day ....

01 Januari 2002 - 03 Februari 2010

Snoepreisjes

03 Maart 2009 - 13 Augustus 2009

Conquer of the Americas

08 Februari 2007 - 16 Juli 2007

Where the wild things are

Landen bezocht: